Revolutie 

De Franse revolutie [ 1789 T/M 1795 ] was een opstand van het Franse volk dat zich onderdrukt voelde door de koning. Nadat het volk de macht had overgenomen werd het nog erger. Er ontstonden 3 standen 1: de adel, 2: geestelijkheid en als laatst de burgers en boeren, en zij hadden niks te vertellen en moesten belasting betalen en alles doen wat de adel zei. Toen de Franse schatkist bijna leeg raakte, werd de belasting nog mee verhoogd. Het volk wilde dat er verkiezingen kwamen waar je mocht stemmen en alleen het volk zelf mocht dan doen want anders was het 2 tegen 1. De koning vond dat onzin en werden de verkiezingen gelijk afgeschaft. Het volk vormde zelf een bestuur, en als er een nieuwe grondwet kwam. En als dat stond bekend als de "Eed op de kaatsbaan". Elk jaar wordt dat in Frankrijk gevierd (niet herdacht), want daar beschouwen ze de Franse Revolutie als iets heel moois.
De koning kwam al snel terug. Op 4 augustus deed de adel vrijwillig afstand van zijn voorrechten. Vrijheid, gelijkheid en broederschap werden erkend als mensenrechten. In november 1789 begon het overleg over de grondwet. De adel werd afgeschaft. Er zou dus vrijheid van godsdienst komen, en het bezit van de kerk werd onteigend. De macht van de koning werd ingeperkt. Hij probeerde al zijn invloed aan te wenden om te voorkomen dat de grondwet werd ingevoerd. Dat mislukte en in september 1791 werd de grondwet door hem bekrachtigd.
De hervorming van het Franse recht was al in de zeventiende eeuw begonnen en had onder Louis XIV grote voortgang geboekt. De hele achttiende eeuw door werd er aan de hervormingen gewerkt. Wel was er een sterke stroming met belangen in het oude systeem die veranderingen en vooruitgang tegen hield, zodat tot frustratie van de nieuwe elite lang niet alles tot stand kwam wat ze hadden voorbereid. Maar toen Napoleon het startsein gaf, lukte het een handvol capabele juristen om in een paar jaar tijd het voorhanden materiaal te publiceren. Napoleon komt krediet toe voor zijn inzicht in het belang van de operatie, het uitzoeken van de mensen en het verschaffen van faciliteiten. Dat krediet is niet gering, maar iedereen moet kunnen begrijpen dat zo’n ingrijpende verandering niet uit de lucht kan komen vallen. Dat was ook niet zo. Napoleon was geen jurist en heeft persoonlijk maar een beperkt aandeel gehad in de hervorming van het recht. Hij zat vergaderingen voor om de zaak te bespoedigen, maar juridische inbreng had hij niet.